Gepubliceerd op
dinsdag 10 september 2019



Ivette Sprooten, 'Laaggeletterde vrouwen: een Limburgse groep die zich verbergt'

Interview met Ivette Sprooten


‘Kunnen lezen is het allerbelangrijkste dat er is om mee te doen in de samenleving,’ zegt Ivette Sprooten. ‘Want moeilijk kunnen lezen en schrijven bepaalt je hele leven.’ Participatie in de maatschappij heeft alles te maken met de strijd tegen armoede en eenzaamheid.

Ivette Sprooten werkt in opdracht van de Provincie Limburg één dag per week als kwartiermaker Laaggeletterdheid. Haar taak omschrijft ze als: ‘Netwerken, initiatieven, projecten, ideeën en regelingen actief verbinden. Ik zoek contact met allerlei organisaties die met de doelgroep te maken hebben, bijvoorbeeld het sociaal werkbedrijf, bibliotheken en gemeenten, om te zien wat er is, wat ze meer of minder willen, welke mogelijkheden er zijn om door te verwijzen.

Ik probeer een schakel te zijn. En ik attendeer op de cijfers: in Limburg is meer dan 12 procent  van de inwoners laaggeletterd en de aanpak fors en complex. Dit percentage komt neer op ruim 92.000 laaggeletterde Limburgers in de leeftijd 16–65 jaar. Onder de 65-plussers is ruim 21 procent laaggeletterd. Mijn doelgroep zijn de mensen die hier geboren en getogen zijn. Die doelgroep vind je niet vanzelf; veel mensen schamen zich.’ Ivette Sprooten doet meteen een oproep:

‘Als je iets met deze doelgroep hebt, neem dan contact op. We kunnen samen acties bedenken om hen te bereiken. De Provincie Limburg heeft in 2019 subsidie beschikbaar gesteld. Ik kan adviseren of een project voldoet aan de criteria om subsidie aan te vragen, en ik kan helpen bij het indienen van de aanvraag.’

Spelen met taal

Ivette Sprooten: ‘Al sinds de lagere school is dat een rode draad in mijn leven, dat ik zag dat er mensen in de maatschappij waren die zichzelf niet konden redden. Het is belangrijk dat mensen voldoende bagage krijgen. Na de school kan de bibliotheek daarin voorzien maar in het verleden gingen vooral mensen daarheen die altijd al boeken lazen. Ik raakte als sociaal werker betrokken bij de Taaldrukwerkplaats, met de bedoeling om taal minder eng te maken. Daar kwamen mensen die lezen moeilijk vonden maar die het leuk vonden om te spelen met letters en woorden.

Op een gegeven moment hielp ik bij de Formulierenbrigade gezinnen bij het invullen van de formulieren voor huursubsidie. Ik merkte dat ouders altijd het beste voor hun kinderen willen, maar vaak hoorde lezen daar niet bij omdat ze zelf nooit op een aantrekkelijke manier met taal in aanraking waren gekomen. Wanneer er thuis geen boeken of tijdschriften zijn, worden deze kinderen de laaggeletterden van de toekomst. 11 procent van de kinderen leest thuis nooit.

We proberen daarom organisaties zoals de peuterspeelzaal bewust te maken van de problematiek, en bij de bibliotheek kunnen boekstartkoffers opgehaald worden door jonge ouders. Maar ook dat doen vooral de ouders die lezen al leuk vinden. Het is moeilijk om een leescultuur voor je kinderen te creëren als je daar zelf niet mee grootgebracht bent. Het gaat om motiveren, activeren, blijven enthousiasmeren.’

Zo gewoon dat het niet opvalt

‘Ook vrouwenorganisaties kunnen aandacht besteden aan laaggeletterdheid. Steeds meer vrouwen hebben een opleiding maar bijvoorbeeld sommige tienermoeders zijn laag opgeleid. Jonge laagopgeleide  vrouwen hebben mensen om zich heen nodig die hun een steuntje in de rug geven. Als iemand hen helpt om hun kansen te pakken, helpt dat ook het gezin.

En hoe is het voor oudere vrouwen wier man alles regelde en die nu alleen staan? Soms is het zo gewoon dat het niet opvalt. Je moet weten waar je op kunt letten, en daarop actie uitzetten. Ik wil graag een lans breken voor oudere vrouwen en hen kun je prima via een vrouwenorganisatie bereiken.’

Ivette kan op bijeenkomsten een workshop of presentatie over de problematiek van laaggeletterdheid verzorgen. En ze noemt de ‘camouflage-cursussen’ die vrouwenorganisaties kunnen geven, zoals de GGD-cursus ‘Gezonde voeding hoeft niet duur te zijn’, waarbij ook de bibliotheek aanwezig is met kookboeken. Lezen wordt zo een vanzelfsprekend onderdeel. Vervolgens is er altijd de mogelijkheid om door te verwijzen naar de gratis taalcursussen van het Digitaalhuis of bijvoorbeeld naar de klik-en-tikcursussen van de bibliotheken.

Ook een vergelijkbare cursus als FAM! ontwikkeld heeft met Meer Vrouwen in de Politiek, maar dan rond vrouwen en maatschappelijke participatie, kan als project kans maken op subsidie. Belangrijk zijn rolmodellen, taal- en digivaardigheid, jezelf kunnen profileren. Ivette spreekt over een Schijf van Vijf: financiële, sociale, digitale, gezondheids- en taalbasisvaardigheden die je moet beheersen om je goed te kunnen redden in onze maatschappij.

Tot slot

Ivette Sprooten: ‘Een op de negen kinderen leeft in armoede. In bepaalde wijken concentreert de problematiek van armoede en laaggeletterdheid zich, er zijn brandhaarden in Zuid-Limburg, er zijn acties rondom Venlo maar ze zijn ook nodig in de rest van de provincie. Laten we niet doen of er geen problematiek is. Nederland doet het niet veel beter dan de rest van Europa.

Gelukkig geeft de Provincie Limburg dat ook toe. Er worden subsidies beschikbaar gesteld om goede ideeën en projecten te ondersteunen. Subsidies met aandacht voor de taal- en leesontwikkeling van het jonge kind, en het inlopen van taal- en leesachterstanden bij volwassenen. En ik kom graag in contact met vrouwenorganisaties die aan de slag willen met een project voor vrouwen en laaggeletterdheid!’


Ivette Sprooten
Kwartiermaker Laaggeletterdheid in opdracht van Provincie Limburg

i.sprooten@cubiss.nl