Gepubliceerd op
dinsdag 10 mei 2022



Blinde Suzanne richt zich op dat wat ze wél kan

Ze is een sterke vrouw, zoals haar naam al doet vermoeden: Suzanne Sterk (39). Niets staat haar in de weg, zelfs haar visuele beperking niet. Niet dat het altijd makkelijk is, maar ze is getrouwd, werkt, zingt in een coverbandje, kookt, leest, wandelt. En geen achtbaan gaat voor haar te hard. “Ik ben al vanaf mijn geboorte maatschappelijk blind, zoals ze dat noemen. Schimmen zie ik, verder niets. Maar ik red me prima. Voor een groot deel komt dat door mijn blindengeleidehond Jelte. We zijn onafscheidelijk.”

Ik kan dingen heel goed onthouden
Doordat Suzanne blind is, heeft ze andere zintuigen bovengemiddeld goed ontwikkeld. Al vanaf dat ze baby is. “Meestal ga ik boodschappen doen zonder lijstje. Ik kan nu eenmaal goed dingen onthouden. Alhoewel dat met de jaren ook wel wat minder wordt”, grapt ze. “Ik doe zaken heel gestructureerd, ook op het werk. Ik kan niet 20 taken door elkaar doen, want dan gaat het mis. Dan weet ik bijvoorbeeld niet meer waar ik iets heb neergelegd. Als je kunt zien, is dat niet zo’n probleem. Ga maar eens zoeken als je zicht zo beperkt is als het mijne. Dat is echt lastig, want dan moet ik anderen vragen om me te helpen. En dat doe ik liever niet. Als ik ga koken, leg ik alles van tevoren klaar. Gaat de telefoon? Jammer, dan bel ik wel terug. Dat kan ik er op dat moment gewoon niet bij hebben.”

Met de mond vol tanden
De Heerlense werkt sinds 2007 bij GIPS als backoffice manager. Ze is verantwoordelijk voor het hele reilen en zeilen op secretarieel en administratief gebied. “Ik werk 20 uur verdeeld over 3 dagen. Ik voel me hier als een vis in het water. En ben helemaal geaccepteerd. Nu moet ik wel toegeven dat het een speciale werkgever is. Wij werken aan de integratie van mensen met een beperking. Dus collega’s zonder beperking zijn hier op 1 hand te tellen. In het dagelijks leven en ook in het Sjevemethoes in Kerkrade waar GIPS gevestigd is, kijken mensen wel eens vreemd op. Ik heb af en toe baliedienst en als ik dan opmerk dat ik blind ben en het formulier dat ze bij zich hebben niet kan lezen, staan ze vaak met de mond vol tanden.”

Ik richt me op dat wat ik wél kan
Jelte gaat overal waar Suzanne gaat. Logisch ook dat hij bij GIPS constant bij haar in de buurt is. En heen en terug met het openbaar vervoer is hij ook aan haar zijde. “Zonder Jelte ben ik nergens. Hij helpt me bij mijn dagelijkse dingen. Op mijn werk heb ik nog meer hulpmiddelen. Ik heb een computer met een brailleleesregel en maak gebruik van de spraakoptie. In dat geval leest de computer me voor. Beide functies ondersteunen elkaar. Ik ben in principe een braillelezer, maar soms bij langere stukken laat ik de computer ‘praten’. Dat is minder vermoeiend.” Suzanne kan heel veel zelf, maar iets wat visueel is zoals een PowerPointpresentatie maken, dat kan ze niet. Maar daar zit zijzelf niet mee en haar werkgever gelukkig ook niet. “Ik richt me op dat wat ik wél kan.”

Een blindentolk is een uitkomst
Als we even inzoomen op het dagelijkse leven, dan blijkt dat er steeds meer mogelijk is. Suzanne ‘kijkt’ televisie. “Soms heb ik aan luisteren genoeg. Maar wil ik naar Star Wars kijken, dan lukt dat niet. Daar gebeurt zoveel in en meestal allemaal tegelijk. Gelukkig zijn er films die ik kan volgen via een app met audiodescriptie. Dat is een soort blindentolk. Die beschrijft heel gedetailleerd wat er gebeurt. Een uitkomst. Zo ga ik binnenkort ook met mijn moeder naar de musical Dagboek van een Herdershond met blindentolk. Normaal gesproken zou ik driekwart van de musical missen, maar met de tolk krijg ik toch alles mee.”

Bewustwording creëren
Natuurlijk zijn er ook momenten dat Suzanne graag door de grond zou willen zakken. Op een terrasje gebeurt het best vaak dat een ober aan haar man vraagt wat zij wil drinken. “Tja, dan merk ik wel dat het voor mensen nog altijd moeilijk is. Ze weten gewoon niet hoe ze met mij om moeten gaan. Nou, op deze manier in ieder geval niet. Ook Jelte wordt wel eens geweigerd, terwijl hij in principe overal mee naar binnen mag. Dat is wettelijk geregeld. Mensen weten het gewoon niet. En weigeren me dan. Dat is heel vervelend. Of ik sta in de ‘speciale’ rij bij een achtbaan in De Efteling en krijg ik vervelende opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd. Ik denk dan: zullen we ruilen? Deze negatieve ervaringen bevestigen dat we met GIPS goede zaken doen, maar er nog lang niet zijn. We moeten bewustwording blijven creëren om er zo voor te zorgen dat mensen met een beperking beter kunnen integreren.”

Geschreven door Sylvia Beugelsdijk