Irma Huis in ’t Veld (39), Oprichtster van het platform: plusmama.nl, auteur van: ‘Plusmama ben je niet, dat word je’ woont in de gemeente Echt-Susteren, getrouwd met Lawrence en plusmama van twee prachtige meiden (8) en (10).
Op mijn 34ste leerde ik mijn man en zijn twee kinderen kennen. “Een man met kinderen? Nooit aan beginnen” Dit was de reactie die ik kreeg te horen van mensen in mijn omgeving toen ik vertelde over mijn liefde voor de papa. Maar de liefde laat zich niet sturen. Van de een op de andere dag kreeg ik er naast mijn vriend twee kinderen bij. Tijd om aan het idee van kinderen, zoals een biologische moeder dat kan tijdens haar zwangerschap, te wennen had ik niet. Op 3 en 5 jarige leeftijd kwamen de meiden in mijn leven.
In mijn vriendengroep was ik de eerste die een relatie kreeg met een man, die al kinderen uit een eerdere relatie had. Ik kreeg regelmatig te horen waarom ik niet koos voor een man zonder kinderen. Mijn keuze zou namelijk heel veel gedoe gaan geven, zo voorspelde ze. Niet alleen kreeg ik er kinderen bij, die voor mijn tijd deel uitmaakten van een kerngezin (traditioneel gezin), ook de biologische moeder/ ex van mijn partner zou voor altijd deel uitmaken van mijn leven. Ik voelde me het eerste jaar dan ook heel erg geroepen om me te verdedigen en uitleg te geven over het waarom van mijn keuze en om te laten zien dat het heel goed ging tussen mijn vriend en zijn kinderen.
Buitengesloten
Dit voor zover de buitenwereld, maar er was natuurlijk ook een andere kant. In het eerste jaar liep mijn vriend nog regelmatig binnen bij zijn kinderen, als ze bij hun moeder waren. Enerzijds miste hij zijn meiden en anderzijds wilde hij er alles aan doen om de verstandhouding goed te houden. Los van het feit dat ik hier alle begrip voor had, was dit gevoelsmatig niet altijd even makkelijk. Ik wilde ook graag een plek in het leven van de meiden kunnen innemen, maar dat was hierdoor niet echt mogelijk. Gevoelsmatig gaf het de kinderen ook het idee dat het misschien wel weer goed kwam tussen papa en mama.
Ik voelde me hierdoor regelmatig buitengesloten. In het begin - ik was tenslotte zwaar verliefd en we waren nog niet heel lang samen- liet in dit allemaal gebeuren, maar op een gegeven moment ben ik mijn grens gaan aangeven. Wilde ik een leven met mijn vriend en de kinderen kunnen opbouwen, dan had ik ook ruimte nodig waarbij de kinderen mij beter konden leren kennen. Gelukkig had mijn vriend hier begrip voor. Geleidelijk aan kreeg ik de ruimte om ook mijn rol en plaats in ons gezin in te nemen. Ook voor de kinderen kwam er meer structuur. Papa en mama liepen niet meer te pas en te onpas bij elkaar binnen. Er kwam een duidelijke scheiding tussen de week bij papa en Irma en de week bij mama.
Vervelend
Vrienden en kennissen zien nu, na jaren dat we samenzijn, ook in dat we echt een gezin vormen met zijn vieren, maar er zijn nog altijd mensen die aan mij vragen, waarom ik zoveel doe met de kinderen? Daar hebben ze toch een vader en een moeder voor? Ik blijf het vervelend vinden als mensen dit tegen mij zeggen. Ik vraag me dan af wat zij zouden doen als ze een week lang, 24 uur, met twee kleine kinderen zouden samenwonen? Ik kan me niet voorstellen dat je niet, net als ik, ook de zorg op je gaat nemen alsof het je eigen kinderen zijn. Ik heb de kinderen dan misschien wel niet gebaard of op de wereld gezet, maar ik geef ze wel alle zorg, aandacht en liefde waar ze om de andere week naar vragen en verdienen. Net zoals een moeder dat doet. Laat ik voorop stellen dat ik echter nooit de titel mama op me zal nemen of gebruiken. Deze titel is voor de biologische moeder, maar ik doe wel niks anders dan een moeder uit liefde voor haar kinderen zou doen.
Niet één, maar drie liefdes
Voor buitenstaanders blijft het soms toch moeilijk voor te stellen dat je kunt gaan houden van kinderen, die je zelf niet gebaard hebt. In verhalen over samengestelde gezinnen lees ik regelmatig dat moeders meer houden van hun eigen kind dan van de stiefkinderen. Ik heb zelf geen kinderen, dus ik ken het verschil niet. Het enige dat voor mij telt is dat ik liefde heb te geven. Deze liefde geef ik heel graag, zeker aan de mensen waar ik mee samenwoon. Serieus hoe moet dit dan wel niet zijn voor gezinnen die kinderen geadopteerd hebben?
Ik ben ik en daar hoeft geen titel bij. Ik ben en voel me dan ook geen stiefmoeder. Wist je dat stief ‘iets missend’ of ‘beroofd van bloedband’ betekent? Ik heb juist heel veel extra’s in mijn leven erbij gekregen. Namelijk niet één, maar drie liefdes. De plus staat hierbij symbool voor de toegevoegde waarde, die ik naast liefde en aandacht van de biologische ouders mag toevoegen aan het leven van de kinderen. Ik leer ze wat ik weet en belangrijk vind. Ik leer ze over normen en waarden, over andere culturen door de reizen die ik plan en we met ze maken, levenswijsheden en ervaringen waar ze, als ze deel uit zouden maken van het traditionele kerngezin, nooit vanaf zouden weten. Voor mij mag er dan ook veel meer (h)erkenning komen voor alle vrouwen die net als ik, zonder hier bewust voor te hebben gekozen, deel uitmaken van een samengesteld gezin en de kinderen van hun partner met alle liefde en zorg die ze te geven hebben, mee opvoeden.
Voordeel doen
Uiteindelijk hoop ik dat alle kinderen die opgroeien in samengestelde gezinnen hun voordeel mogen doen met de liefde die alle plusmama’s aan hun geven, zonder te weten wat ze daarvoor terugkrijgen. Dat deze ervaringen de kinderen de levenslessen mogen geven om in de toekomst de juiste keuzes te maken, in hun eigen leven als biologische ouder of plusmama of- papa.
Gouden Tip: Cijfer jezelf niet weg. Je bent net zo belangrijk in het samengestelde gezin als de biologische ouders. Je bent niet meer, maar ook niet minder.
Do: Pak je ruimte. Ruimte voor jezelf, maar ook tijd met de kinderen één op één. Je maakt deel uit van hun leven en dat mag je ook op liefdevolle wijze laten weten en voelen.
Don’t: Jezelf anders voordoen dan je bent. Ieder mens is uniek en heeft op zijn/haar manier een waardevolle bijdrage te leveren. Jij ook!