Een over-overgrootmoeder die in 19e eeuw stiekem met haar geliefde naar Engeland ging per boot om daar te trouwen, omdat dat van haar ouders niet mocht… Een oma, die als eerste vrouw in het dorp haar rijbewijs haalde, en op haar 50e een opleiding ging volgen. En een moeder die doorwerkte met drie kleine kinderen.
Linda Frints komt uit een familie met zelfstandige en eigenzinnige vrouwen, die zich weinig in de weg lieten (en laten) leggen als het aankomt op het inrichten van een eigen leven.
Ze woont in Eys, met Martijn, haar dochter (van 11) en de drie dochters van Martijn. (van 12, 15 en 18). Met al die dames in huis vindt ze het nog belangrijker om zich in te zetten voor de dichting van de genderkloof. En dat begint volgens haar bij de bewustwording dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, maar dat die nooit mogen zorgen voor uitsluiting. Zo werd zij tijdens haar zwangerschap, werkend bij een grote gemeente, ontslagen. Met de formele reden dat ze niet zelfstandig genoeg kon werken (terwijl ze ernaast haar eigen bedrijf runde).Dit voorbeeld staat niet op zichzelf, er is nog wel een lijstje op te sommen.
Echter: deze ‘hobbels’ hebben Linda nooit tegengehouden om zelf de weg te vinden naar een eigen leven, een eigen carrière en haar succesvolle onderneming ‘Doorbuilders’, waarmee ze voor culturele en maatschappelijke organisaties fondsen werft. Het vormde en vormt nog steeds haar drive om hogerop te komen: ‘Ik zal ze eens wat laten zien…’. Al was het een lange weg om te komen waar ze nu is, mede door de huizencrisis in 2008. Een huis dat ver onder water stond, een ontslag, een baby, een vervelende scheiding: het droeg ertoe bij dat Linda bijna moest aankloppen bij de voedselbank.
‘Wat ik daarvan geleerd heb, is dat ik blijkbaar genoeg veerkracht bezit om te blijven geloven in het feit dat het uiteindelijk goed komt, en dat ik niet veel nodig hebt om toch mijn weg te vinden’. Maar: noem haar geen powervrouw, sterke vrouw of girlboss... Zo maak je volgens Linda uitzonderingen van vrouwen die hun ding doen (en niet op deze termen zitten te wachten), en lijkt het alsof ‘vrouw’ niet goed genoeg is. ‘We zeggen toch ook geen powerman, sterke man of boyboss tegen mannen? Stel je voor!’.
Linda verbaast zich met regelmaat over het feit dat zoveel vrouwen en mannen zich niet bewust zijn van de aanwezigheid van de genderkloof, en dat daar zo vaak zo makkelijk overheen gestapt wordt. Daar wil ze zich voor inzetten, en vooral mét mannen. Ze is opgegroeid met twee broers en veel ‘jongensvrienden’. Want: je hebt mannen en vrouwen nodig: het altijd gaat om het inzetten van de kwaliteiten van personen. We moeten elkaar alleen op fronten beter vinden, beter bevragen en beter helpen.
Ze wil de vraagstukken waar Sharepower zich mee bezig houdt met een open blik tegemoet treden, waarbij ze het belangrijk vindt niet vanuit een slachtofferrol te communiceren of vrouwen moeten gaan ‘pamperen’. Als voorbeeld: een alleenstaande vrouwen zijn niet per definitie hulpeloos en zielig, net zoals alleenstaande mannen dat niet zijn. We kunnen juist veel leren van de uitdagingen waar zij voor staan. Vraag daar ook naar, en ga een open gesprek aan.