Gepubliceerd op
dinsdag 15 juni 2021



#rolmodel #rolmodellen

Bij Souad Derkaoui schijnt weer de zon in huis

Al te ver vooruitkijken doet Souad Derkaoui (42) niet meer om teleurstellingen te voorkomen. Zij en haar man Mohamed hebben al heel wat voor de kiezen gehad. 

Geschreven door Sylvia Beugelsdijk

Twee babyzoontjes moeten begraven in 2002 en 2007 heeft veel somberheid met zich meegebracht… Maar vanaf augustus 2019 schijnt vooral weer de zon in huize Moulay Rchid-Derkaoui.
Hun twee Nederlandse pleegkindjes brengen een hoop vrolijkheid met zich mee. “Niet dat dit alle pijn en verdriet wegneemt, maar het maakt wel veel goed”, vertelt Souad openhartig.

Iedereen kende me zonder hoofddoek
Souad is geboren en getogen in Roermond. Haar moeder is half Algerijns en half Marokkaans, haar vader Marokkaans. Zij en haar twee broers werden thuis niet streng Islamitisch opgevoed. “Mijn vader liet ons heel vrij. Hij bracht ons wel iets bij van de Koran en Arabische letters bijvoorbeeld, maar hij heeft ons nooit iets opgelegd. Bij mijn eerste zwangerschap in 2002 wilde ik graag een hoofddoek gaan dragen. Vanuit mezelf. Dat voelde gewoon goed. Ik ben me vanaf dat moment ook meer gaan verdiepen in de Islam. Het was spannend, want op mijn werk – op de financiële administratie bij Gilde Opleidingen – kende iedereen me zonder hoofddoek. Wat zouden de reacties zijn? En wat bleek: niemand reageerde raar. Het is ook hoe je er zelf mee omgaat. Als je zelf echt ergens voor staat en iets graag wilt dan kun je alles aan.”

Niet voor ons bestemd
Het leven lachte Souad toe. Ze trouwde met haar grote liefde Mohamed in 2000 en in 2002 kregen ze hun eerste zoontje Akram. A happy familie. “Alles ging goed. We waren gelukkig, maar na 3,5 maand werd Akram ziek. Hij bleek een stofwisselingsziekte te hebben. Na 2,5 maand op de intensive care is hij overleden. Het is niet te bevatten wat er dan door je heen gaat en waar je doorheen moet… Zo zwaar. Maar de hoop op een gezinnetje bleef. Een paar jaar later kregen we in het ziekenhuis in Maastricht groen licht om het nog een keer te proberen. Tijdens deze zwangerschap bleek uit allerlei testjes dat alles oké was. Louay werd in 2007 geboren. En of het overlijden van Akram nog niet genoeg was, overleed ook ons tweede zoontje. Een maand na zijn geboorte. De oorzaak weten we niet. Na de dood van Akram hadden we de hoop en energie om er nog een keer voor te gaan, omdat je weet waar je het voor doet. Maar nu Louay ook overleed, zagen we geen sprankje hoop meer op een gelukkig gezinnetje… We durfden het beiden niet meer. Gelukkig hadden we ons geloof. Daar hebben we veel kracht uit geput. De Koran zegt: als blijkt dat iets niet voor je bestemd is, dan is het zo. En zo staan Mohamed en ik er ook in. Hoe moeilijk het ook was en soms nog is, we hebben ons erbij neergelegd. We kunnen dat ook doen, omdat het in de Islam zo is dat overleden kinderen op ons wachten voor de deur van het paradijs. Dat geeft ons rust, troost en steun.”

We hebben veel te bieden
Hoe graag de dappere Souad en haar man ook een gezin zouden stichten, ze wilden niet alles laten afhangen van het krijgen van kinderen. Ze hadden hun werk en hun toekomst. “Nu we wisten dat we zelf geen ouders zouden worden, zijn we ons gaan richten op andere mogelijkheden. We hebben namelijk zoveel te bieden aan kindjes die het niet zo goed hebben getroffen: liefde, rust en stabiliteit. In 2017 waren we er klaar voor en hebben we ons ingeschreven om pleegouders te worden. Een heel traject. Eerst wilden we in Marokko gaan kijken, maar uiteindelijk hebben we besloten een Nederlands kindje in ons gezin op te nemen. Dat komt niet zo vaak voor, maar wij stonden er helemaal voor open. Na een aantal cursussen en een screening, was er na twee jaar eindelijk een match met niet één maar twee kindjes. Een broertje en zusje. We waren meteen verliefd op die twee. Ze horen bij ons. Ik heb echt moedergevoelens. En het voelt fijn dat wij ze een goede en liefdevolle toekomst kunnen geven. Het was zeker in het begin niet makkelijk. Maar ze zijn nu 1,5 jaar bij ons en het gaat goed. We hebben allemaal ons plekje veroverd. Veel mensen, onder wie collega’s en familie uit Marokko, hadden niet verwacht dat wij pleegouders zouden worden, maar ze vinden het allemaal geweldig voor ons.”

Pleegkindjes leren spelenderwijs Marokkaans
Op de vraag hoe ze dat doen met het geloof, glundert Souad helemaal. “Ze gaan in alles mee met ons geloof. Maar we leggen ze niets op, het is geen verplichting. Ze zien ons bidden, vieren met ons het Suikerfeest en eten geen varkensvlees. En ze leren Marokkaanse woordjes en zinnetjes. Dat gaat eigenlijk vanzelf, want ze zijn heel nieuwsgierig. De oudste zegt ook wel eens als ik naar buiten ga: ‘Je moet je hoofddoek dragen’. Schattig, toch! Hoe ik de toekomst zie? Ik was altijd van het plannen. Dit wil ik nog, dat ga ik dan en dan doen, maar met alles wat we meegemaakt hebben, kijk ik gewoon per dag, hooguit per maand. Ik heb namelijk altijd in mijn achterhoofd: er kan iets gebeuren. Zo kan ik grote teleurstellingen voorkomen. Hopelijk blijven we een gezond en gelukkig gezin. Meer heb ik niet nodig.”

Ook jij komt er wel
Souad heeft vaak een lach op haar gezicht. Ook al is ze verdrietig. “Zo ben ik nu eenmaal. Maar door de komst van de pleegkinderen ben ik gelukkiger dan ooit. Ik ben veranderd. Mensen zien dat aan me. Aan mijn uitstraling, denk ik. De pijn van het verlies is niet meer zo scherp. De kinderen hebben er als het ware een ‘laagje’ overheen gelegd. Die boodschap wil ik ook meegeven aan anderen. Hoe moeilijk het ook is, blijf positief, blijf doorgaan. Ondanks alles ben ik heel trots op mezelf. Ik was 22 jaar toen ik mijn eerste kindje verloor. Ik had nog nooit een ernstige ziekte of overlijden meegemaakt. Alles overviel me. We stonden samen voor moeilijke keuzes. Ik heb veel meegemaakt, maar toch ben ik weer opgekrabbeld. Ik ben blijven werken en sporten; ook ben ik leuke dingen blijven doen met vriendinnen. Thuiszitten helpt niet. Hou voor ogen: het kan jaren duren, maar ook jij komt er wel.”